Jeremia 40:15

SVJohanan nochtans, de zoon van Kareah, sprak tot Gedalia, in het verborgene, te Mizpa, zeggende: Laat mij toch henengaan, en Ismael, den zoon van Nethanja, slaan, en niemand zal het weten; waarom zou hij u aan het leven slaan, en gans Juda, die tot u vergaderd zijn, verstrooid worden, en het overblijfsel van Juda verloren gaan?
WLCוְיֹוחָנָ֣ן בֶּן־קָרֵ֡חַ אָמַ֣ר אֶל־גְּדַלְיָהוּ֩ בַסֵּ֨תֶר בַּמִּצְפָּ֜ה לֵאמֹ֗ר אֵ֤לְכָה נָּא֙ וְאַכֶּה֙ אֶת־יִשְׁמָעֵ֣אל בֶּן־נְתַנְיָ֔ה וְאִ֖ישׁ לֹ֣א יֵדָ֑ע לָ֧מָּה יַכֶּ֣כָּה נֶּ֗פֶשׁ וְנָפֹ֙צוּ֙ כָּל־יְהוּדָ֔ה הַנִּקְבָּצִ֣ים אֵלֶ֔יךָ וְאָבְדָ֖ה שְׁאֵרִ֥ית יְהוּדָֽה׃
Trans.wəywōḥānān ben-qārēḥa ’āmar ’el-gəḏaləyâû ḇassēṯer bammiṣəpâ lē’mōr ’ēləḵâ nnā’ wə’akeh ’eṯ-yišəmā‘ē’l ben-nəṯanəyâ wə’îš lō’ yēḏā‘ lāmmâ yakekâ nnefeš wənāfōṣû kāl-yəhûḏâ hanniqəbāṣîm ’ēleyḵā wə’āḇəḏâ šə’ērîṯ yəhûḏâ:

Algemeen

Zie ook: Gedalia, Johanan, Jochanan, Kareah, Mizpa

Aantekeningen

Johanan nochtans, de zoon van Kareah, sprak tot Gedalia, in het verborgene, te Mizpa, zeggende: Laat mij toch henengaan, en Ismael, den zoon van Nethanja, slaan, en niemand zal het weten; waarom zou hij u aan het leven slaan, en gans Juda, die tot u vergaderd zijn, verstrooid worden, en het overblijfsel van Juda verloren gaan?


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

יוֹחָנָ֣ן

Jóhanan

בֶּן־

nochtans, de zoon

קָרֵ֡חַ

van Karéah

אָמַ֣ר

sprak

אֶל־

-

גְּדַלְיָהוּ֩

tot Gedália

בַ

-

סֵּ֨תֶר

in het verborgene

בַּ

-

מִּצְפָּ֜ה

te Mizpa

לֵ

-

אמֹ֗ר

zeggende

אֵ֤לְכָה

-

נָּא֙

-

וְ

-

אַכֶּה֙

slaan

אֶת־

-

יִשְׁמָעֵ֣אל

en Ismaël

בֶּן־

den zoon

נְתַנְיָ֔ה

van Nethánja

וְ

-

אִ֖ישׁ

en niemand

לֹ֣א

-

יֵדָ֑ע

zal het weten

לָ֧

-

מָּה

-

יַכֶּ֣כָּה

slaan

נֶּ֗פֶשׁ

waarom zou hij aan het leven

וְ

-

נָפֹ֙צוּ֙

verstrooid worden

כָּל־

-

יְהוּדָ֔ה

en gans Juda

הַ

-

נִּקְבָּצִ֣ים

die tot vergaderd zijn

אֵלֶ֔יךָ

-

וְ

-

אָבְדָ֖ה

verloren gaan

שְׁאֵרִ֥ית

en het overblijfsel

יְהוּדָֽה

van Juda


Johanan nochtans, de zoon van Kareah, sprak tot Gedalia, in het verborgene, te Mizpa, zeggende: Laat mij toch henengaan, en Ismael, den zoon van Nethanja, slaan, en niemand zal het weten; waarom zou hij u aan het leven slaan, en gans Juda, die tot u vergaderd zijn, verstrooid worden, en het overblijfsel van Juda verloren gaan?


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!